Clafoutis recepten

Clafoutis

Clafoutis

Clafoutis is een gerecht uit de streek van Limoges, gemaakt met zwarte kersen die in een beboterde ovenschaal worden gelegd en waarover een vrij dik flensjesbeslag wordt gegoten. Dien het gebak lauw en met fijne kristalsuiker op. In principe worden de kersen niet ontpit, want de pitten geven tijdens het bakken extra smaak aan het gerecht. De Academie française gaf ooit als definitie: 'een soort vruchtenvlaai', maar moest zwichten voor de protesten van de inwoners en omschreef het daarna als 'zwartekersentaart'. Er zijn talrijke clafoutis variaties denkbaar: van rode kersen tot allerlei andere vruchten.

Basisrecept clafoutis

Verwijder de pitten en stelen van 500 g zwarte kersen, bestrooi ze met 50 g suiker en laat ze minstens 30 minuten staan. Beboter een taartvorm en doe de kersen erin. Zeef 125 g bloem boven een kom en voeg 1 mespunt zout, 50 g suiker en 3 losgeklopte eieren toe. Meng alles goed en klop er krachtig 300 ml melk doorheen. Giet het beslag over de kersen, zet de vorm in een tot 180 °C verhitte oven en bak de clafoutis in 35-40 minuten gaar. Laat hem buiten de oven iets afkoelen en dien hem lauw en met poedersuiker bestrooid op.

Variaties

Clafoutis met korst maak je meestal in een vorm met een hoge rand, maar laat niets je ervan weerhouden te experimenteren met alle mogelijke soorten vormen en vormpjes die in de handel zijn. Denk bijvoorbeeld aan minivormpjes, die heel geschikt zijn om iets te maken voor bij de borrel of bij de koffie of thee. Kleine cakevormpjes zijn heel geschikt voor allerlei lekkere, kleine clafoutis. Voor een kersen- of frambozenclafoutis kun je heel goed vlaaivormpjes gebruiken. De clafoutis moet van binnen lekker zacht en smeuïg zijn, dus bak ze vooral niet te lang. ¹)

[ Bron: 'De Grote Larousse Gastronomique' | 'Clafoutis' ¹) ]

[ Beeld: Katerina Perera | Shutterstock.com ]