Met boter geglaceerde radijsjes met kappertjes en walnoten

Ingrediënten

• 25 g gezouten boter
• 1 eetlepel olijfolie
• 1 eetlepel kappertjes, afgespoeld en gedroogd
• 20-25 radijsjes, gehalveerd of in kwarten als ze groot zijn
• 2 sjalotjes, heel fijn gesnipperd

• 1 teentje knoflook, fijngesnipperd
• 50 g walnoten, geroosterd en grof gehakt
• de blaadjes van 2 takjes oregano
• 2 eetlepels sherryazijn
• walnotenbrood, om te serveren (desgewenst)

Bereiden

Smelt de boter en olijfolie in een grote koekenpan met dikke bodem op matig vuur. Doe er de kappertjes bij en bak ze totdat ze beginnen te sissen. Voeg dan de radijsjes en sjalotjes toe en bak ze 8 minuten onder af en toe roeren totdat ze glazig en bruin aan de randen zijn. Roer er de knoflook, walnoten en oregano door en bak alles nog 2-3 minuten.

Draai nu het vuur hoger en giet er de sherryazijn bij. Hussel om het bruisen tegen te gaan alles door elkaar totdat de radijsjes glanzend en geglaceerd zijn. Maak royaal op smaak af met zout en peper en serveer met walnotenbrood als lichte lunch of voorgerecht of zonder brood als bijgerecht. Je kunt dit gerecht ook heel goed combineren met kaas op toast, een heel gebakken kaasje of zelfs bij een omelet met kruiden of frittata.

Opmerking

'Als je tegen het eind van de zomer genoeg hebt van knapperige, rauwe radijsjes, probeer ze dan eens geroosterd of, zoals in dit recept, gekaramelliseerd in een koekenpan. Licht gebakken als een groente, geglaceerd met een boterachtige azijn, geneutraliseerd met de ziltigheid van gebakken kappertjes en versterkt door een handvol geroosterde walnoten in de herfst krijgen de hele radijsjes een zoete, zachte smaak.' - Alice Hart